Sunday, November 9, 2008

Stage OBS De Klim - 5 November 2008

Al sinds het begin van de stage wilde ik iets met "Cooperatief leren in muziek" doen, omdat ik het zo'n leuk boek vind. Tijd voor andere werkvormen dus!

De kinderen hebben al een aantal keren getekend op muziek. Ik wilde hen actiever laten luisteren en uitproberen wat er gebeurt wanneer ze samenwerken.

Ook wilde ik weten in hoeverre de leerlingen over de muziek en het gevoel dat het bij hen oproept kunnen praten. Vandaar dat ik heb gekozen voor luisterfragmenten met plaatjes. Ik heb expres de meest abstracte plaatjes genomen die ik kon vinden in de PDF bijlage, omdat ik benieuwd was wat de kinderen er zelf van zouden maken.

*

Alle kinderen kregen een stapeltje met sfeerplaatjes. Ik heb twee verschillende luisterfragmenten laten horen, waarbij ze een plaatje apart mochten leggen die ze bij de muziek vonden passen. Eerst individueel (een paar kinderen gingen natuurlijk wel bij elkaar kijken, dus toen heb ik gezegd dat ze het eerst zelf moesten beslissen, en dat alles goed was).

Vervolgens heb ik gevraagd of ze tweetallen konden maken. Ik was benieuwd of dit een moeilijke opdracht is voor kinderen in groep 3/4... maar ik wilde het gewoon uitproberen om te zien wat er gebeurde. Het ging eigenlijk heel goed! Helemaal geen boze kinderen of jongens die niet met meisjes wilden of dat soort scenario's.

In deze tweetallen mochten ze vergelijken welke kaartjes ze hadden gekozen en dan met elkaar bespreken waarom ze dit wel of niet bij de muziek vonden passen. Dit was superleuk! Het is zo grappig om zulke jonge kinderen heel serieus te horen praten over wat ze gehoord hebben. Ook de jongens die normaal gesproken wat moeilijk doen (bijvoorbeeld niet willen zingen) deden nu heel goed mee.

Het bovenstaande heb ik herhaald - twee andere fragmenten, nieuwe tweetallen.

Als laatste heb ik gevraagd of ze met hun hele groepje (6 kinderen) de kaartjes op volgorde van mooi naar lelijk konden leggen.

Uiteindelijk klassikale bespreking – wat vinden de meeste kinderen het mooist? Grappig vond ik dat juist iedere keer de meest heftige stukken gewaardeerd worden. (In dit geval "Mars" uit de Planeten van Holst) Thuis denk ik altijd "mmm wel erg forte voor die kinderen van 6" maar over het algemeen vinden ze dat fantastisch, ze zitten rechtop in hun stoel en noemen het "spannend!"

Voor het laatste gedeelte van de les de kinderen in de ruimte laten staan. Een paar jongens beleven onrustig, die heb ik toen weer terug naar hun zitplaats gestuurd.

Do t/m sol ging goed vorige week. Ik heb het herhaald en de hele toonladder afgemaakt. Eén van de kinderen had me verteld dat ze wist van zangles dat het na de sol nog verder ging. Daarom heb ik de laatste lettergrepen aan de kinderen zelf gevraagd, en daar kwamen ze goed uit.

Toen de geluidsboom gedaan (van Renske!) Ging erg goed, ik heb niets uitgelegd, maar gewoon op het bord gewezen en de klanken kwamen vanzelf. Volgende keer wil ik de kinderen ook zelf laten aanwijzen, en aandacht geven aan hoog en laag.

Als afsluiting "De Keizer van Hong Kong" gezongen, zowel hard als zacht.

*

Tips voor de volgende keer:

- Het overleggen in de tweetallen duurde te lang, ik had eerder weer door moeten gaan. Ik was aan het rondlopen en met een groepje kinderen aan het bespreken of mee aan het luisteren.
- Een opdracht bedenken voor kinderen die eerder klaar zijn!
- Ronde kring maken is heel moeilijk. Kunt proberen een kring te maken door alle handen vast te houden en vanuit een slinger een kring te vormen.
- Is een kring maken wel nodig?
- En let op de tijd natuurlijk, haha

Thursday, November 6, 2008

Stage OBS De Klim - 29 Oktober 2008

Minder praten en meer doen!

Wel van toepassing op mij in algemene zin, lijkt me zo. Haha. In ieder geval al lange tijd een punt van aandacht.

Leerdoelen van deze week waren:

- Minder onderdelen in de les, maar juist meer ruimte nemen om in te kunnen gaan op de groep en wat er vanuit hen komt
- Een beeld vormen van de zangmogelijkheden van de kinderen
- Tijd in de gaten houden
- Minder praten, veel doen en vooral de leerlingen veel zelf laten doen
- Pas doorgaan met de les wanneer het helemaal stil is
- Indien nodig iemand uit de kring zetten
- Lesplanning in het weekend aan Judith sturen
- Letten op helderheid van het lesformulier (zo invullen dat iemand anders de les zou kunnen overnemen)
- Nadenken over lesdoelen op langere termijn

Ik wil zo graag van alles doen met de kinderen dat ik ten eerste teveel in één les plan, en daarbij niet kan kiezen welke onderdelen ik deze week aan de orde laat komen. Daardoor besluit ik vaak pas op dinsdag de definitieve inhoud van de les, omdat ik daarvoor nog steeds in allerlei boeken aan het lezen ben. Dit is echt een belangrijk verbeterpunt! In grotere lijnen denken zou kunnen helpen, omdat ik dan niet het gevoel hoef te hebben dat alles in één les aan bod hoeft te komen.

Voortaan dus echt in het weekend al een lesformulier ingevuld hebben voor de woensdag daarop... en dus genoegen nemen met de ideeën die ik in het weekend heb! Jaja.

Spannend deze week was dat ik voor het eerst nog iemand in de klas had, want Maarten kwam onverwacht kijken. Echt ontzettend leuk, maar toch wel anders als er een studiegenoot bij zit die zelf ook met deze dingen bezig is! Ik was dan ook erg benieuwd naar zijn mening.

Vorige week ging het “oefenen” met je hand opsteken heel goed. Dus daar ben ik weer mee begonnen. Vervolgens kort het klappen en stampen klassikaal herhalen.

De kinderen zijn al wel bezig geweest met ritme (klappen, stampen, op de tafel trommelen) maar altijd vanuit de situatie “juf doet voor, jullie doen na”. Er is geen echt pulsgevoel, de kinderen versnellen graag. Ik wilde de vierkwartsmaat gaan uitleggen zodat we kunnen beginnen aan het ontwikkelen van een pulsgevoel, en zodat ze weten wat er bedoeld wordt met opdrachten als “klap/speel op de eerste tel van de maat”.

Ik heb hiervoor een manier gebruikt die we een keer met Erzsi in de hoofdvakles hebben gedaan: op het bord staat 1 2 3 4. De kinderen mogen 1x klappen per cijfer. Ik wijs aan waar we zijn, zodat we in een puls blijven. Vervolgens een getal uitvegen, dan moet het bij dat cijfer stil zijn, maar de puls gaat altijd door. Als dat lukt bijvoorbeeld stampen of andere geluiden – vragen aan de klas. Tenslotte mogen de kinderen een cijfer in hun hoofd nemen en alleen op dat getal geluid maken.

Het ging allemaal behoorlijk goed, wel anders dan ik me thuis had voorgesteld. Ik kon de cijfers niet goed aanwijzen omdat er geen aanwijsstok aanwezig is in de klas, en daarbij stond er een grote tafel onder het bord, waar ik op moest gaan zitten om überhaupt bij de getallen te kunnen komen. Daardoor had ik zelf het gevoel dat ik het contact met de klas verloor (zie ook de casus van deze week).

Ik wilde deze les meer aandacht voor het zingen - vorige week ook, maar dat is toen niet goed gelukt. Ik wil meer duidelijkheid krijgen of de kinderen toonvast zijn, want voor mijn gevoel is dat niet zo. Aan het einde van de stage wil ik dat de kinderen een toonladder kunnen zingen op do re mi, en de bijbehorende handgebaren kunnen herkennen. Dat wil ik langzaam opbouwen. Daarom begin ik vandaag met do tot en met sol. Zo kan ik ook de kinderen één toon laten overnemen en kijken hoe ze dat oppakken.

Na het ritmische gedeelte mochten de kinderen van hun stoelen komen en verspreid in de ruimte gaan staan. Dat was overigens de eerste keer, normaal gesproken maak ik een kring, maar de tafels waren verplaatst en er is nu opeens een grotere ruimte beschikbaar in het midden.

We zijn begonnen met een warming up... uitrekken (appels plukken), voeten stevig (aan het strand, voeten in het zand ingraven), 8421, uitblazen, medeklinkers ritmisch naspreken etc.

Vervolgens heb ik voor het eerst mijn stemvork te voorschijn gehaald. Omdat ze allemaal vrij in de ruimte stonden was er veel mogelijk, dus toen ik de stemvork wilde laten zien kwamen ze ook echt allemaal op me af! Haha. Op dat soort momenten denk ik aan de ene kant "moet ik nu ingrijpen?" - maar aan de andere kant vind ik het ook veel te schattig zo'n groep kleintjes die met bewondering naar een stemvork staart.

We hebben een sliert kinderen gemaakt. Ik zei "ga in een rij staan" maar dat was blijkbaar een hele moeilijke opdracht. Uiteindelijk kwam er wel iets leuks uit... toen heb ik een toon doorgegeven op OE en dat ging verbazingwekkend goed!! Bijna alle kinderen namen de toon goed over, veel vaster dus dan ik had verwacht.

Daarna do t/m sol zingen, eerst kleine stapjes (do re do). Ging goed, één van de kinderen kwam naar me toe om te vertellen dat ze dit op zangles ook deed. Als laatste De keizer van Hong Kong herhaald: kinderen maken eerst alleen de bewegingen, voor en na zingen, uiteindelijk zingen de kinderen het lied zelfstandig. We hebben een keer hard en een keer zacht gezongen... maar toen stonden ze wel weer lang genoeg en werd het steeds onrustiger, haha. "Terug naar je eigen plaats!"

Tenslotte wil ik de les blijven eindigen met het tekenen op muziek, omdat de kinderen hier steeds heel goed op reageren. De kinderen kunnen op deze manier in aanraking komen met verschillende stijlen en componisten, en erover kunnen praten wanneer ze hun tekening laten zien. Verder is het ook een manier om de les rustig af te sluiten.

Omdat ik het nu al wel twee keer gedaan heb had ik deze week een variatie: het tekenpapier in 4 vakjes gevouwen en de kinderen de mogelijkheid bieden om in een ander vakje verder te tekenen wanneer ze vonden dat de sfeer van de muziek veranderde. Sommigen hadden binnen de kortste keren 8 vakjes vol, voor en achterkant dus, haha. Ik had deze keer de soundtrack van Spiderman gebruikt, van Danny Elfman. Het is grappig om te merken dat de kinderen juist heel goed reageren op "spannende muziek" en forte passages, terwijl ik thuis vaak denk dat het te heftig zal zijn.

Kortom: minder onderdelen in de les werkte goed! Ik had daardoor meer tijd en ruimte om op de groep in te gaan. Verder was ik blij dat ik eindelijk een stemvork had! Ik denk dat het idee "meer doen" goed gelukt is... ik heb zo weinig mogelijk instructie gegeven. Dat voelde als een experiment maar bleek dus wel heel goed mogelijk te zijn! Volgende keer zou ik wel een korter muziekfragment nemen, en het lesformulier dus eerder uitwerken.

De feedback van Maarten was heel behulpzaam! Vooral omdat hij opmerkte dat ik veel vrijheid geef en op sommige momenten stenger zou kunnen zijn. Sommige dingen zit ik gewoon niet echt mee, ik vind het eigenlijk alleen maar heerlijk wanneer kinderen opspringen in hun enthousiasme. Haha. Maar ja, waar ligt de grens? Het is inderdaad wel goed als ik duidelijk voor mezelf bedenk wat ik wel en niet vind kunnen. Dat neem ik ook zeker mee voor volgende week!

***

Casus 29 Oktober

1. Wat deed de docent? Wat deden de leerlingen?

De leerlingen versnelden het ritme tijdens het aanwijzen van de cijfers op het bord. De docent ging mee met deze versnelling.

2. Wat voelde de docent? Wat voelden de leerlingen?

De docent voelde geen direct contact met de klas vanwege de opstelling van het bord en de tafel, de leerlingen voelden enthousiasme.

3. Wat wilde de docent? Wat wilden de leerlingen?

De docent wilde één puls, maar ook dat het klappen gelijk zou vallen met het aanwijzen van de getallen, en ging daardoor in de eerste instantie met de versnelling mee. De leerlingen wilden graag klappen en stampen (zonder besef van puls).

***

PS. Maarten - leuk dat je er was, en dank je wel voor je uitgebreide feedback op het lesformulier!